SV | Want als zij opgestaan waren op hun standplaats, zo lazen zij in het wetboek des HEEREN, huns Gods, een vierendeel van den dag; en op een [ander] vierendeel deden zij belijdenis, en aanbaden den HEERE, hun God. |
WLC | וַיָּק֙וּמוּ֙ עַל־עָמְדָ֔ם וַֽיִּקְרְא֗וּ בְּסֵ֨פֶר תֹּורַ֧ת יְהוָ֛ה אֱלֹהֵיהֶ֖ם רְבִעִ֣ית הַיֹּ֑ום וּרְבִעִית֙ מִתְוַדִּ֣ים וּמִֽשְׁתַּחֲוִ֔ים לַיהוָ֖ה אֱלֹהֵיהֶֽם׃ פ |
Trans. | wayyāqûmû ‘al-‘āməḏām wayyiqərə’û bəsēfer twōraṯ JHWH ’ĕlōhêhem rəḇi‘îṯ hayywōm ûrəḇi‘îṯ miṯəwadîm ûmišətaḥăwîm laJHWH ’ĕlōhêhem: |
Want als zij opgestaan waren op hun standplaats, zo lazen zij in het wetboek des HEEREN, huns Gods, een vierendeel van den dag; en op een [ander] vierendeel deden zij belijdenis, en aanbaden den HEERE, hun God.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want als zij opgestaan waren op hun standplaats, zo lazen zij in het wetboek des HEEREN, huns Gods, een vierendeel van den dag; en op een [ander] vierendeel deden zij belijdenis, en aanbaden den HEERE, hun God.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!